Het is 1976.
We waren op zoek naar een kajuitzeilboot. Onze huidige, een open zeilboot, werd te klein voor een gezin van 4 personen. Elke HISWA bezochten we. Ik wilde een klassiek gelijnd jachtje, S-spant. Geen snelle boot, maar wel bar zeewaardig. Mijn echtgenote hoorde van een vriendin dat haar man, David Prins werkzaam was bij jachtbouwer Starreveld in Lemmer, op de HISWA zou staan met een kajuit scheepje. Dus naar Amsterdam en na de gebruikelijke chinees vooraf, bootjes kijken. Bij de stand van de fa Starreveld aangekomen was het gevoel daar: liefde op het eerste gezicht. Klassiek, S-spant, semi overnaads, lange kiel aangehangen roer. Eigenlijk alles wat we wensten! Van voor tot achter door het schip gekropen; de liefde groeide verder. Maar ja, de financiering. Ook daar kwam snel de oplossing, een cadeau van mijn schoonouders.
Dus in de auto en naar Lemmer. Bestelling geplaatst. Casco (boven- en onderschaal), rondhout, zeilen, scepters, raamwerk en hoofdschot geplaatst. Verder zelf afbouwen. Begin oktober 1976 kan het schip worden gehaald. Op de trailer van dhr. Starreveld, achter de auto en naar Haarlem. Aangekomen bij mijn zeilvereniging de boot in de kraan. Een ouder lid wist te vertellen dat de kiel verzwaard zou moeten worden i.v.m. opdrijven. Enig gelach, doch hij kreeg gelijk. Alleen tegels voorhanden. Dus de kiel ermee volgestouwd. Het schip bleef dan wel rechtop, maar door het gangboord lopen ging niet; omslaan! Er was geen plaats op de kant, dus overwinteren in het water. Wel de ramen erin en de luiken erop. Enkele jaren hiervoor had een mede lid ook een Aldebaran gekocht (onderschaal) en zelf (scheepstimmerman) afgebouwd. Inmiddels was deze man naar Canada geëmigreerd en via briefcontact veel wijze instructies en ideeën gekregen. Hier en daar vond hij dat het vlak versterkt moest worden en om de 50 cm spanten in lamineren. Naar Polyservice voor hars en glasmat en de houthandel voor 18mm mahonie hechthout. Ik werkte bij het waterleiding bedrijf dus kon makkelijk aan oud lood komen. 1200 kg omgesmolten in broodjes van 6 kg en daarvan 1100 kg in de kiel in de slappe cement, de resterende 100 kg heb ik gebruikt om te ballasten. De zomer van 1977 besteed aan inbouwen. Inmiddels een motor gekocht: Renault, 2 cilinder diesel. In de herfst de eerste vaart op de tor: geweldig! Ook de winter 77-78 in het water moeten blijven en jawel in dik ijs!
Tot augustus 78 verder bouwen. Dan 2 weken een motor vakantie, IJsselmeer/Friesland. Genoten met volle teugen. In september voor het eerst naar zee. In de toekomst zal dat voornamelijk ons vaargebied worden. De winter besteed aan het halen van het diploma kustnavigatie aan de visserijschool in IJmuiden. 1979, de eerste zeilvakantie. Onder Marken gaat het mis: met vol tuig en een westen wind 4 á 5 B breekt de mast bij de zaling. Inmiddels is jachtwerf Starreveld overgegaan in VETANO Noord. Hier een nieuwe mast besteld. Zwaardere uitvoering dus nieuwe ook mastkoker. Dit spul staat nu nog steeds op het schip. Het ‘schop’ randje rondom het dek bleek te laag; tijdens het wisselen op zee van de fokken ben ik bijna overboord gegaan. Toen maar een boeideel rondom. Ik had al een tekening (schaal 1:20) van het schip gemaakt, dus met wat krabbelen het model gemaakt. Weer veel polyester werk maar het resultaat beantwoorde geheel aan mijn verwachtingen. Mede omdat ik de verhouding romp/opbouw niet zo geweldig vond. Tijdens de terug reis naar Helgoland kregen we, bij het aanlopen van de Duitse wadden, een breker achterin. De kuip meer dan halfvol. De volgende klus diende zich aan. Kuiprand verhogen en kuip verkleinen. Ook dit bleek een succes: nooit meer de kuip met water. Het was gelukkig niet alleen maar werk (wel leuk) maar we hebben veel mooi zeereizen gemaakt. Een heerlijk schip, goede zeiler en zeer zeewaardig.
Eerst een aantal keren via de Duitse Wadden naar Denemarken en de westkust van Zweden. Op één van die reizen overnacht in Spiekeroog. I.v.m. het tij ’s morgens in alle vroegte vertrokken. In de oude buitenhaven zouden we ontbijten. We open vast en vallen droog. Een spannend uurtje! Maar het valt alles mee; nog geen 5 liter zeewater in het gangboord. In 1991 kon ik voor weinig veel zeekaarten en nautische werken van de Oostzee overnemen. Een reis van 7 weken heeft ons, van oost naar west, door Zweden gevoerd: fantastisch. Een goede les in sluizen, van zeeniveau naar 91,5 meter er boven en weer terug. Aan einde van seizoen ’91 werd de Renault dermate slecht (was al een keer overhaald) dat we deze hebben afgedankt. Kort daarna liepen we tegen een Solé mini 17 aan. Nog steeds een goede en zeer betrouwbare motor. Eigenlijk ben je noot klaar met je schip. Alle jaren, en dan vooral in de winterdag, zijn er meerdere klusjes en verbeteringen aan te brengen. Heb de boot nu 46 jaar en hoewel ik nu alweer 11 jaar, na het overlijden van mijn echtgenote, alleen vaar, is het nog steeds genieten. Blij dat ik nooit een groter schip heb gekocht. Ruimte genoeg en zeer hanteerbaar. Heb in 2018 de reünie in Lemmer (georganiseerd door Ferdinand en Carola) bijgewoond: beregezellig! Hoop in de naaste toekomst dat nog eens mee te maken en gezien mijn leeftijd en gezondheid kan dat maar beter niet te lang duren Haha. Nu, eind april 2022, ben ik er weer klaar voor maar de wind blijft fout (van Texel naar Friesland) en dan die kou!